De zomertransfers nader bekeken: RSC Anderlecht
Admin, Ourolewhiteboy, and 2 more like this
Post by SexyTienne on Oct 14, 2022 12:46:53 GMT 1
Elf speeldagen ver, tijd om eens een voorlopige balans op te maken van de transfers die afgelopen zomer plaatsvonden. Wat hebben de ploegen ervan gemaakt? Wie hebben ze aangekocht? Wat is hun plaats?
Werd de ploeg versterkt of net verzwakt door deze transfers? Al dit soort vragen komen aan bod in een reeks, gemaakt door verschillende voetbalbe.boards.net-leden.
In deze draad:
De zomertransfers van RSC Anderlecht nader bekeken
Of de transferverrichtingen van afgelopen zomer algemeen geslaagd of niet kunnen worden genoemd bij Anderlecht, daar is een wat diepere kijk voor nodig en dan nog is het allemaal moeilijk en vooral iets subjectiefs.
Wanneer we puur naar de resultaten en het klassement kijken, dan zou je kunnen stellen dat er nog
geen ware vooruitgang is geboekt, verre van zelfs, het mag crisis worden genoemd. Anderzijds zijn we ook nog niet het einde van het seizoen genaderd.
Eerst en vooral is er de nieuwe coach. Een onderwerp waar al heel veel inkt is over gevloeid, nl. het vrij
verrassende vertrek van huisicoon Vincent Kompany richting Engeland, terwijl men op het eind van vorig seizoen kon vaststellen dat Anderlecht als ploeg meer vorm begon te krijgen.
Felice Mazzù, vorig seizoen uiterst succesvol met een sprookjesachtig Union, kreeg de kans om nu ook zijn ding te doen bij de trotse recordkampioen.
Dat betekende meteen een nieuwe stijl, nieuwe accenten, anders dan hetgeen Kompany hard en geduldig deze grosso modo jonge groep heeft proberen in te pompen.
Mazzù ging niet langer meer voor die (‘platte’) 4-4-2, maar wel nog voor een tweespitsensysteem,
doch in een 3-5-2/3-4-1-2 met wingbacks, zoals dat in het tegenwoordige voetbal wel meer is ingeburgerd geraakt en volgens zijn succesrecept bij de Brusselse buren.
Het begin van het seizoen leek tamelijk hoopgevend: voorin leken Lior Refaelov en Fábio Silva elkaar vrij makkelijk te vinden, naderhand ging het vooral opnieuw in dalende lijn voor de hoofdstedelingen.
In die mate dat ‘het systeem’ hét hot item werd, incl. “de wijze van voetballen van Mazzù”.
Maar goed, de transfers nu ...
Verdediging
In het verdedigende compartiment, centraal achterin dan, nam men alweer afscheid van Lisandro
Magallán, die werd geleend van Ajax en nog vrij veel mocht opdraven wegens blessurelast van zijn
nieuwe concullega’s, iets wat geen onverdeeld succes bleek te zijn.
Ook Taylor Harwood-Bellis, getipt door Kompany vanuit de jeugdrangen van zijn Manchester City, heeft ondertussen het spoor van Vince richting Burnley gevolgd.
Er resteerden nog Hannes Delcroix (lang out geweest), Wesley Hoedt, de jonge Zeno Debast en
eventueel nog jonkies als Killian Sardella of Lucas Lissens.
Daar Mazzù verkoos om voor een formatie met drie (centrale) verdedigers te gaan, leek het op zich
aannemelijk om met lui als Debast, Hoedt en Delcroix dat trio te vormen, al was er niet echt veel
overschot meer in de breedte, eventuele blessures of schorsingen indachtig.
De positieve ontwikkeling van Zeno Debast zou je op zich al als een transfer kunnen beschouwen, zoals
dit ook voor een stuk de clubfilosofie wil zijn, nl. eigen opgeleide talenten klaarstomen voor het A-elftal.
Uiteindelijk heeft Anderlecht in extremis de opportuniteit Jan Vertonghen, Rode Duivel en rotervaren
maar op een zijspoor bij Benfica sinds de komst van een nieuwe coach aldaar, aangegrepen om nog
meer métier toe te voegen aan het grotendeels jonge geweld dat de ploeg rijk is.
Feit is dat Anderlecht nu met drie linksvoetige centrale verdedigers zit: Delcroix, Hoedt en Vertonghen.
Wil men dan eventueel overstappen naar een ‘klassieker’ systeem met viermansdefensie, dan heeft
minstens één van die drie een probleem, want Zeno Debast als rechtsvoetige zal men niet gauw meer uit
de basis plukken.
Is Vertonghen een goeie transfer? Daar lijkt het me allemaal net nog wat te vroeg voor. Het lijkt wel alsof
Jan naarstig werkt aan wat meer roulatie, meer matchritme, het WK in Qatar in het achterhoofd, terwijl
hij tegelijkertijd de jonge ploeg iets wil bijbrengen.
Zoals inmiddels bij Antwerp zowat het geval is met Toby Alderweireld, heeft de ploeg ook baat bij enige
vastigheid en continuïteit achterin, of dat nu met een driemans- of viermansdefensie is.
Een groot verlies kan je de naar Manchester City vertrokken Sergio Gómez dan weer wél noemen. Vooral de eerste helft van vorig seizoen maakte hij verpletterende indruk met z’n rushes, technisch vermogen en rendement in een voor hem nieuwe rol als (offensieve) linksachter.
Tegenwoordig lijkt hij een beetje een Zinchenko-rol te vertolken bij het grote City.
Zelfs een back-up als Bogdan Mykhaylichenko werd verhuurd aan Shakhtar Donetsk in zijn vaderland, waardoor de spoeling voor die linkerflank gevoelig dunner is geworden.
Er speelt nu meestal Francis Amuzu als linkse wingback, met nu en dan piepjong toptalent Julien Duranville als mogelijke (en polyvalente) wisseloptie.
Verder haalde men wel de 20-jarige Senegalees Moussa N’Diaye van Barcelona Atlètic, het derde niveau in Spanje: een flukse, lichtvoetige back die al meer bij de RSCA Futures in 1B zijn kunnen heeft geëtaleerd en sinds kort bij het A-team wordt geïntegreerd als actieve speler.
Op zich zou hij dan wel weer kunnen fungeren als die linksback in een viermansdefensie.
Enige andere alternatieven zouden desgevallend Vertonghen of Delcroix kunnen zijn, ofwel een vrij
polyvalente 17-jarige Noah Sadiki, die initieel centrale verdediger was in de jeugdrangen maar uiteraard nog piepjong is.
Michael Murillo opereert dan weer op die rechtse flank en kan zowel als wingback of als klassieke
rechtsachter fungeren, al lijkt het alsof de concurrentie voor zijn positie niet zo erg groot is. Van uitdaging is er dus minder sprake, of het moest Killian Sardella zijn.
Het verdedigende compartiment hoort nog niet bij het allerbeste van de JPL-klas, zoals dat bijvoorbeeld
bij Antwerp duidelijk het geval is, maar op zich zijn er zones waar er zich misschien meer mankementen
kunnen situeren, althans wanneer we puur op statistieken afgaan.
Na elf speeldagen slikte Anderlecht vorig seizoen 14 doelpunten. Dit seizoen zijn er dat 12 na evenveel
speeldagen.
Het moet wel gezegd dat er zich onder Kompany langzamerhand een steviger defensief blok begon te
vormen, maar dat had toch enige tijd en continuïteit nodig.
Middenveld
Op het middenveld was Josh Cullen zowat de ‘stille kracht’ als stofzuiger vóór de verdediging: nooit echt uitblinker, soms ook al eens fletse wedstrijden, maar uiteindelijk bleek ie toch zijn niet te onderschatten waarde te bewijzen voor de balans van het hele elftal, zonder echt vedette à la Biglia te zijn. Kompany nam hem mee naar Burnley, dus Anderlecht moest noodgedwongen op zoek naar oplossingen.
Er was natuurlijk nog Marco Kana, niet zo blessureongevoelig, maar voorts was er weinig alternatief, of
het moest ‘het geval Adrien Trebel’ zijn, die ik persoonlijk ook niet echt als die zuivere zes zie, ondanks zijn ervaring en dosis grinta.
Uiteindelijk werd Amadou Diawara, de 25-jarige Guineeër die bij AS Roma er veeleer voor spek en bonen bijliep, opgevist om de kans te geven. Het middenveld had namelijk ook baat bij een dosis kracht, gestalte en een fysieke aanvulling luidde het.
Tot op heden maakt Diawara echter geen onuitwisbare indruk naar mijn mening. Ik weet dus niet goed wat ik er moet van denken, al liep ik vorig seizoen ook nog vrij lange tijd met dergelijke gedachte omtrent aanvaller Kouamé (waarover later meer).
uitgesprokens.
Kristian Arnstad zie ik met veel inzet spelen, maar volledig overtuigend vind ik het al evenmin, al mogen we niet vergeten dat de Noor nog steeds maar 19 is. Majeed Ashimeru voegt normaliter wat energie, dynamiek en verticaliteit toe, maar het blijkt wel dat hij in z’n nopjes moet zijn. Hij moet zijn dagje hebben en in die optiek mag er wel wat meer regelmaat zijn.
Aanval
In principe is er offensief voldoende weelde aan spelers die men als creatieve spelers mag typeren: Yari
Verschaeren, Refaelov, Amuzu, Duranville, Mario Stroeykens, Anouar Aït El Hadj … allemaal vrij klein maar technisch vaardig.
Kouamé-Zirkzee / Silva-Esposito
Christian Kouamé en Joshua Zirkzee zijn dus de gehuurde spitsen die vorig seizoen een belangrijke rol hebben vertolkt en alweer vertrokken zijn richting een ander avontuur.
Om dit op te vangen was er dus alweer nood aan de nodige creatieve oplossingen, wat – financiële nood
breekt kennelijk wet – resulteerde in het huren van Portugees talent Fábio Silva, die met te veel
concurrentie had te kampen bij Wolverhampton maar wel erkend werd als beloftevol en anderzijds de al even jonge (20 jaar) Sebastiano Esposito, ploeggenoot bij Inter van Romelu Lukaku, maar toen niet rijp bevonden om bij Inter een rol van betekenis te spelen en zodoende ook al eens uitgeleend aan het Zwitserse Basel.
Esposito lijkt zo’n spits die leeft van doelpunten maken. Wanneer hem dat niet lukt, ondanks het feit dat
zijn balbehandeling zeker niet slecht is, is hij het type dat er ongelukkig bij loopt.
Silva heeft dan weer wat meer voetballende flair. Moet de bal ook voelen en genoeg deel uitmaken van
het spel en de opbouw.
Wanneer ik Kouamé vergelijk met Esposito, dan constateer ik dat Kouamé eerder het werkende woelwater is (niet noodzakelijk pejoratief bedoeld): veel in beweging, graag oorlog maken in en rond de zestien, maar ook een speler die je op zich al eens vanop een flank kan laten opereren. Op Esposito lijkt dat laatste minder van toepassing. Ik zie hem meer als de zuiverdere centrumspits, alleen moet hij kunnen scoren om echte meerwaarde te vormen en vooralsnog is dat nu net eerder een tegenvallend verhaal, waardoor hij dikwijls niet in de basis start.
Silva en Zirkzee hebben dan weer één ding gemeen: flair.
Alleen komt Silva wat verbetener over, daar Zirkzee’s speelstijl dan weer wat lijziger oogt. Er wordt
Joshua dan ook een gebrek aan grinta verweten, iets waar hij mijns inziens wel van bewust was. Maar
het was ook het type dat graag voldoende de bal voelde en zich misschien zelfs net iets té vaak ging
mengen in de opbouw vanuit het middenveld.
Goede maatjes in de kleedkamer, maar een echt koningskoppel op het veld is het nog niet geweest
Wanneer we ook hier de puur cijfermatige vergelijking met dit en vorig seizoen na elf speeldagen maken,
maar dan inzake scorend vermogen, dan zien we dat Anderlecht vorig seizoen na die elf speeldagen 21
keer scoorde (waarvan ook een 7-2 thuis tegen KV Mechelen), dit seizoen dan weer 19 keer.
Toch is het zo dat Anderlecht beter moet kunnen en evenzeer minder met de punten zou moeten morsen
(ik denk aan Charleroi thuis), ook omdat er in de JPL gewoon meer ploegen zijn die het qua puur scorend
vermogen beter doen (terwijl dat qua tegendoelpunten nog meevalt bij paars-wit).
Andere inkomende jongens zijn dan weer Ishaq Abdulrazak, een 20-jarige Nigeriaan die als rechtshalf of rechtse wingback werd gezien en de nog wat offensievere 19-jarige Ecuadoraan Nilson Angulo.
Beide spelers blijken vooralsnog niet rijp genoeg om de A-ploeg te halen, laat staan het wedstrijdblad, al
neem ik graag aan dat men in deze jongens iets ziet dat eventueel op langere termijn bepaalde vruchten
kan afwerpen, toch blijft dat vooral een groot vraagteken.
Voorts: geen ‘transfers’ in de zin van het woord zoals het in deze reeks de bedoeling is, maar op zich kan
ik wel stellen dat pakweg Julien Duranville, Zeno Debast of Mario Stroeykens ook als ‘transfers’ kunnen
worden gezien, maar dan volgens het principe en de filosofie van Neerpede-doorstroming.
Maar als ik tot slot de echte nieuwkomers kort moet evalueren, kom ik tot iets als:
Moussa N’Diaye
Lijkt iets in te zitten om op wat langere termijn geslaagd te noemen. Toont alvast dat hij over potentieel
beschikt.
Amadou Diawara
Tot nog toe eerder tegenvaller dan voltreffer, al zal ik hem nog wat tijd gunnen.
Ishaq Abdulrazak
Onvoldoende zicht op zijn intrinsieke kwaliteit of potentieel, dus moeilijk. Maar momenteel kennelijk nog
geen ware uitdager voor Murillo.
Nilson Angulo
Beetje hetzelfde als Ishaq. Misschien ook wat aanpassing nodig etc., maar vooral een vraagteken wat
toekomst betreft.
Sebastiano Esposito
Hier waren grotere verwachtingen, maar al bij al kunnen we niet stellen dat hij deze (tot op heden althans) heeft ingelost.
Fábio Silva
Wel een portie overtuigender, met nu en dan zelfs flitsen van zijn klasse en surplus, al blijft Anderlecht
wat het pure rendement betreft nog steeds nogal in een bedje ziek.
Jan Vertonghen
Ook nog iets te vroeg om er al een algemeen oordeel over te vellen. Heeft wel nu en dan eens offensief
iets bijgebracht, maar heeft nood aan enerzijds ritme, anderzijds herkenbaarheid en continuïteit als
ploeg inzake rollen en posities, iets wat heden volop voer voor discussie is.
Werd de ploeg versterkt of net verzwakt door deze transfers? Al dit soort vragen komen aan bod in een reeks, gemaakt door verschillende voetbalbe.boards.net-leden.
In deze draad:
De zomertransfers van RSC Anderlecht nader bekeken
Of de transferverrichtingen van afgelopen zomer algemeen geslaagd of niet kunnen worden genoemd bij Anderlecht, daar is een wat diepere kijk voor nodig en dan nog is het allemaal moeilijk en vooral iets subjectiefs.
Wanneer we puur naar de resultaten en het klassement kijken, dan zou je kunnen stellen dat er nog
geen ware vooruitgang is geboekt, verre van zelfs, het mag crisis worden genoemd. Anderzijds zijn we ook nog niet het einde van het seizoen genaderd.
Eerst en vooral is er de nieuwe coach. Een onderwerp waar al heel veel inkt is over gevloeid, nl. het vrij
verrassende vertrek van huisicoon Vincent Kompany richting Engeland, terwijl men op het eind van vorig seizoen kon vaststellen dat Anderlecht als ploeg meer vorm begon te krijgen.
Felice Mazzù, vorig seizoen uiterst succesvol met een sprookjesachtig Union, kreeg de kans om nu ook zijn ding te doen bij de trotse recordkampioen.
Dat betekende meteen een nieuwe stijl, nieuwe accenten, anders dan hetgeen Kompany hard en geduldig deze grosso modo jonge groep heeft proberen in te pompen.
Mazzù ging niet langer meer voor die (‘platte’) 4-4-2, maar wel nog voor een tweespitsensysteem,
doch in een 3-5-2/3-4-1-2 met wingbacks, zoals dat in het tegenwoordige voetbal wel meer is ingeburgerd geraakt en volgens zijn succesrecept bij de Brusselse buren.
Het begin van het seizoen leek tamelijk hoopgevend: voorin leken Lior Refaelov en Fábio Silva elkaar vrij makkelijk te vinden, naderhand ging het vooral opnieuw in dalende lijn voor de hoofdstedelingen.
In die mate dat ‘het systeem’ hét hot item werd, incl. “de wijze van voetballen van Mazzù”.
Maar goed, de transfers nu ...
Verdediging
In het verdedigende compartiment, centraal achterin dan, nam men alweer afscheid van Lisandro
Magallán, die werd geleend van Ajax en nog vrij veel mocht opdraven wegens blessurelast van zijn
nieuwe concullega’s, iets wat geen onverdeeld succes bleek te zijn.
Ook Taylor Harwood-Bellis, getipt door Kompany vanuit de jeugdrangen van zijn Manchester City, heeft ondertussen het spoor van Vince richting Burnley gevolgd.
Er resteerden nog Hannes Delcroix (lang out geweest), Wesley Hoedt, de jonge Zeno Debast en
eventueel nog jonkies als Killian Sardella of Lucas Lissens.
Daar Mazzù verkoos om voor een formatie met drie (centrale) verdedigers te gaan, leek het op zich
aannemelijk om met lui als Debast, Hoedt en Delcroix dat trio te vormen, al was er niet echt veel
overschot meer in de breedte, eventuele blessures of schorsingen indachtig.
De positieve ontwikkeling van Zeno Debast zou je op zich al als een transfer kunnen beschouwen, zoals
dit ook voor een stuk de clubfilosofie wil zijn, nl. eigen opgeleide talenten klaarstomen voor het A-elftal.
Uiteindelijk heeft Anderlecht in extremis de opportuniteit Jan Vertonghen, Rode Duivel en rotervaren
maar op een zijspoor bij Benfica sinds de komst van een nieuwe coach aldaar, aangegrepen om nog
meer métier toe te voegen aan het grotendeels jonge geweld dat de ploeg rijk is.
Feit is dat Anderlecht nu met drie linksvoetige centrale verdedigers zit: Delcroix, Hoedt en Vertonghen.
Wil men dan eventueel overstappen naar een ‘klassieker’ systeem met viermansdefensie, dan heeft
minstens één van die drie een probleem, want Zeno Debast als rechtsvoetige zal men niet gauw meer uit
de basis plukken.
Is Vertonghen een goeie transfer? Daar lijkt het me allemaal net nog wat te vroeg voor. Het lijkt wel alsof
Jan naarstig werkt aan wat meer roulatie, meer matchritme, het WK in Qatar in het achterhoofd, terwijl
hij tegelijkertijd de jonge ploeg iets wil bijbrengen.
Zoals inmiddels bij Antwerp zowat het geval is met Toby Alderweireld, heeft de ploeg ook baat bij enige
vastigheid en continuïteit achterin, of dat nu met een driemans- of viermansdefensie is.
Jan Vertonghen
Een groot verlies kan je de naar Manchester City vertrokken Sergio Gómez dan weer wél noemen. Vooral de eerste helft van vorig seizoen maakte hij verpletterende indruk met z’n rushes, technisch vermogen en rendement in een voor hem nieuwe rol als (offensieve) linksachter.
Tegenwoordig lijkt hij een beetje een Zinchenko-rol te vertolken bij het grote City.
Zelfs een back-up als Bogdan Mykhaylichenko werd verhuurd aan Shakhtar Donetsk in zijn vaderland, waardoor de spoeling voor die linkerflank gevoelig dunner is geworden.
Er speelt nu meestal Francis Amuzu als linkse wingback, met nu en dan piepjong toptalent Julien Duranville als mogelijke (en polyvalente) wisseloptie.
Verder haalde men wel de 20-jarige Senegalees Moussa N’Diaye van Barcelona Atlètic, het derde niveau in Spanje: een flukse, lichtvoetige back die al meer bij de RSCA Futures in 1B zijn kunnen heeft geëtaleerd en sinds kort bij het A-team wordt geïntegreerd als actieve speler.
Op zich zou hij dan wel weer kunnen fungeren als die linksback in een viermansdefensie.
Enige andere alternatieven zouden desgevallend Vertonghen of Delcroix kunnen zijn, ofwel een vrij
polyvalente 17-jarige Noah Sadiki, die initieel centrale verdediger was in de jeugdrangen maar uiteraard nog piepjong is.
Michael Murillo opereert dan weer op die rechtse flank en kan zowel als wingback of als klassieke
rechtsachter fungeren, al lijkt het alsof de concurrentie voor zijn positie niet zo erg groot is. Van uitdaging is er dus minder sprake, of het moest Killian Sardella zijn.
Het verdedigende compartiment hoort nog niet bij het allerbeste van de JPL-klas, zoals dat bijvoorbeeld
bij Antwerp duidelijk het geval is, maar op zich zijn er zones waar er zich misschien meer mankementen
kunnen situeren, althans wanneer we puur op statistieken afgaan.
Na elf speeldagen slikte Anderlecht vorig seizoen 14 doelpunten. Dit seizoen zijn er dat 12 na evenveel
speeldagen.
Het moet wel gezegd dat er zich onder Kompany langzamerhand een steviger defensief blok begon te
vormen, maar dat had toch enige tijd en continuïteit nodig.
Middenveld
Op het middenveld was Josh Cullen zowat de ‘stille kracht’ als stofzuiger vóór de verdediging: nooit echt uitblinker, soms ook al eens fletse wedstrijden, maar uiteindelijk bleek ie toch zijn niet te onderschatten waarde te bewijzen voor de balans van het hele elftal, zonder echt vedette à la Biglia te zijn. Kompany nam hem mee naar Burnley, dus Anderlecht moest noodgedwongen op zoek naar oplossingen.
Er was natuurlijk nog Marco Kana, niet zo blessureongevoelig, maar voorts was er weinig alternatief, of
het moest ‘het geval Adrien Trebel’ zijn, die ik persoonlijk ook niet echt als die zuivere zes zie, ondanks zijn ervaring en dosis grinta.
Uiteindelijk werd Amadou Diawara, de 25-jarige Guineeër die bij AS Roma er veeleer voor spek en bonen bijliep, opgevist om de kans te geven. Het middenveld had namelijk ook baat bij een dosis kracht, gestalte en een fysieke aanvulling luidde het.
Tot op heden maakt Diawara echter geen onuitwisbare indruk naar mijn mening. Ik weet dus niet goed wat ik er moet van denken, al liep ik vorig seizoen ook nog vrij lange tijd met dergelijke gedachte omtrent aanvaller Kouamé (waarover later meer).
Amadou Diawara
Toch, mijn idee is dat dit middenveld naast herkenbaarheid ook nog een stuk karakter mist. Ietsuitgesprokens.
Kristian Arnstad zie ik met veel inzet spelen, maar volledig overtuigend vind ik het al evenmin, al mogen we niet vergeten dat de Noor nog steeds maar 19 is. Majeed Ashimeru voegt normaliter wat energie, dynamiek en verticaliteit toe, maar het blijkt wel dat hij in z’n nopjes moet zijn. Hij moet zijn dagje hebben en in die optiek mag er wel wat meer regelmaat zijn.
Aanval
In principe is er offensief voldoende weelde aan spelers die men als creatieve spelers mag typeren: Yari
Verschaeren, Refaelov, Amuzu, Duranville, Mario Stroeykens, Anouar Aït El Hadj … allemaal vrij klein maar technisch vaardig.
Kouamé-Zirkzee / Silva-Esposito
Christian Kouamé en Joshua Zirkzee zijn dus de gehuurde spitsen die vorig seizoen een belangrijke rol hebben vertolkt en alweer vertrokken zijn richting een ander avontuur.
Om dit op te vangen was er dus alweer nood aan de nodige creatieve oplossingen, wat – financiële nood
breekt kennelijk wet – resulteerde in het huren van Portugees talent Fábio Silva, die met te veel
concurrentie had te kampen bij Wolverhampton maar wel erkend werd als beloftevol en anderzijds de al even jonge (20 jaar) Sebastiano Esposito, ploeggenoot bij Inter van Romelu Lukaku, maar toen niet rijp bevonden om bij Inter een rol van betekenis te spelen en zodoende ook al eens uitgeleend aan het Zwitserse Basel.
Esposito lijkt zo’n spits die leeft van doelpunten maken. Wanneer hem dat niet lukt, ondanks het feit dat
zijn balbehandeling zeker niet slecht is, is hij het type dat er ongelukkig bij loopt.
Silva heeft dan weer wat meer voetballende flair. Moet de bal ook voelen en genoeg deel uitmaken van
het spel en de opbouw.
Wanneer ik Kouamé vergelijk met Esposito, dan constateer ik dat Kouamé eerder het werkende woelwater is (niet noodzakelijk pejoratief bedoeld): veel in beweging, graag oorlog maken in en rond de zestien, maar ook een speler die je op zich al eens vanop een flank kan laten opereren. Op Esposito lijkt dat laatste minder van toepassing. Ik zie hem meer als de zuiverdere centrumspits, alleen moet hij kunnen scoren om echte meerwaarde te vormen en vooralsnog is dat nu net eerder een tegenvallend verhaal, waardoor hij dikwijls niet in de basis start.
Silva en Zirkzee hebben dan weer één ding gemeen: flair.
Alleen komt Silva wat verbetener over, daar Zirkzee’s speelstijl dan weer wat lijziger oogt. Er wordt
Joshua dan ook een gebrek aan grinta verweten, iets waar hij mijns inziens wel van bewust was. Maar
het was ook het type dat graag voldoende de bal voelde en zich misschien zelfs net iets té vaak ging
mengen in de opbouw vanuit het middenveld.
Goede maatjes in de kleedkamer, maar een echt koningskoppel op het veld is het nog niet geweest
Wanneer we ook hier de puur cijfermatige vergelijking met dit en vorig seizoen na elf speeldagen maken,
maar dan inzake scorend vermogen, dan zien we dat Anderlecht vorig seizoen na die elf speeldagen 21
keer scoorde (waarvan ook een 7-2 thuis tegen KV Mechelen), dit seizoen dan weer 19 keer.
Toch is het zo dat Anderlecht beter moet kunnen en evenzeer minder met de punten zou moeten morsen
(ik denk aan Charleroi thuis), ook omdat er in de JPL gewoon meer ploegen zijn die het qua puur scorend
vermogen beter doen (terwijl dat qua tegendoelpunten nog meevalt bij paars-wit).
Andere inkomende jongens zijn dan weer Ishaq Abdulrazak, een 20-jarige Nigeriaan die als rechtshalf of rechtse wingback werd gezien en de nog wat offensievere 19-jarige Ecuadoraan Nilson Angulo.
Beide spelers blijken vooralsnog niet rijp genoeg om de A-ploeg te halen, laat staan het wedstrijdblad, al
neem ik graag aan dat men in deze jongens iets ziet dat eventueel op langere termijn bepaalde vruchten
kan afwerpen, toch blijft dat vooral een groot vraagteken.
Voorts: geen ‘transfers’ in de zin van het woord zoals het in deze reeks de bedoeling is, maar op zich kan
ik wel stellen dat pakweg Julien Duranville, Zeno Debast of Mario Stroeykens ook als ‘transfers’ kunnen
worden gezien, maar dan volgens het principe en de filosofie van Neerpede-doorstroming.
Maar als ik tot slot de echte nieuwkomers kort moet evalueren, kom ik tot iets als:
Moussa N’Diaye
Lijkt iets in te zitten om op wat langere termijn geslaagd te noemen. Toont alvast dat hij over potentieel
beschikt.
Amadou Diawara
Tot nog toe eerder tegenvaller dan voltreffer, al zal ik hem nog wat tijd gunnen.
Ishaq Abdulrazak
Onvoldoende zicht op zijn intrinsieke kwaliteit of potentieel, dus moeilijk. Maar momenteel kennelijk nog
geen ware uitdager voor Murillo.
Nilson Angulo
Beetje hetzelfde als Ishaq. Misschien ook wat aanpassing nodig etc., maar vooral een vraagteken wat
toekomst betreft.
Sebastiano Esposito
Hier waren grotere verwachtingen, maar al bij al kunnen we niet stellen dat hij deze (tot op heden althans) heeft ingelost.
Fábio Silva
Wel een portie overtuigender, met nu en dan zelfs flitsen van zijn klasse en surplus, al blijft Anderlecht
wat het pure rendement betreft nog steeds nogal in een bedje ziek.
Jan Vertonghen
Ook nog iets te vroeg om er al een algemeen oordeel over te vellen. Heeft wel nu en dan eens offensief
iets bijgebracht, maar heeft nood aan enerzijds ritme, anderzijds herkenbaarheid en continuïteit als
ploeg inzake rollen en posities, iets wat heden volop voer voor discussie is.
Geschreven door SexyTienne
Oct 14, 2022 12:46:53 GMT 1
Oct 14, 2022 12:46:53 GMT 1
Lees meer over:
Deel dit artikel:
Post by Ourolewhiteboy on Oct 14, 2022 13:38:33 GMT 1