Post by cornervlag on Jul 28, 2023 10:58:55 GMT 1
38. Bebeto
Het zou niet mogen maar sommige mensen kan ik niet goed verdragen omwille van hun voorkomen. Ik heb dat bij Bebeto. Ik hield niet van die speler, terwijl ik er niks verkeerds over kan zeggen. Bebeto was de spitsbroeder van Romario in 1994, toen Brazilië kampioen werd met ietwat saai maar hyperefficiënt voetbal "vanuit de organisatie". In 1998 werd hij vice-kampioen aan de zijde van Ronaldo, met verlies in de finale tegen Frankrijk. Hij speelde dus altijd wat tweede viool, al acteerde hij toch 13 jaar voor de nationale ploeg, en scoorde hij 39 doelpunten in 75 wedstrijden. Op het WK van 1994 vierde hij een van zijn doelpunten met het intussen bekende denkbeeldig wiegen van een baby. Ik meen dat ik dat toen heel onnozel vond. Tegenwoordig steken voetballers ook hun duim in de mond. Dat vind ik nog onnozeler.
Bebeto is afkomstig uit Salvador de Bahia, een centraal gelegen kuststaat, net boven Rio. Hij speelde eventjes voor het lokale Vitoria, maar brak door bij het grote Flamengo. Dat had net afscheid genomen van idool Zico en de club ging door een moeilijke periode na die hoogconjunctuur. Bebeto raakte vrij snel in de basis maar kon de club niet aan trofeeën helpen, ook niet toen Zico terugkeerde. Pas in 1986 won Flamengo nog eens het staatskampioenschap van Rio en het jaar nadien de Brasileirão, in een sterrenteam met behalve de veteranen Zico en Renato Gaúcho de youngsters Jorginho, Zinho en Leonardo, waarmee hij in 1994 het WK zou winnen.
Groot was de verbazing toen Bebeto in 1989 verhuisde naar een van de rivalen uit de stad, Vasco da Gama. Daar was hij meteen succesvol en won het nationaal kampioenschap, met latere internationals als Bismarck en Mazinho. Daar bleef het bij. In 1992 leek het erop dat Vasco de titel zou halen maar finaal verloor het die uitgerekend aan Flamengo.
In het geschipper tussen beide topclubs in Rio, deed Bebeto regelmatig een Lukakuutje. Na zijn overstap naar Vasco verklaarde hij groot fan te zijn van de club sinds zijn jeugd. Maar toen hij in 2009 terugkeek op zijn carrière, zei hij dat zijn hart altijd bij Flamengo gelegen had. Hoe dan ook, in 1992 verliet hij het land om neer te strijken bij Deportivo La Corunha, toen een topclub in Spanje, met landgenoot Mauro Silva in de rug. Hij scoorde meteen 29 doelpunten in zijn eerste seizoen. In zijn vier seizoenen bij La Coruña streed de club drie keer mee voor de titel maar won ze enkel een beker en een supercup. Zijn grootste individuele prestatie was een 5-0 overwinning tegen Albacete waarin hij alle vijf de doelpunten maakte.
In 1996 keerde hij terug naar Flamengo maar de supporters waren zijn betuigingen aan het embleem van Vasco niet vergeten. Hij begon in 1997 aan een vergeefse zoektocht naar succes en liefde, bij achtereenvolgens Sevilla, moederclub Vitoria en Cruzeiro, om in 1998 bij Botafogo te belanden, nog een stadsrivaal van Flamengo, zij het die met de minste animositeit. Hij maakte 17 doelpunten in 25 wedstrijden en kon zo zijn plekje handhaven bij de nationale ploeg voor het WK van '98. Na een extra half seizoen trok hij naar de Kashima Antlers, waar Zico trainer was. Veel maakte hij er niet klaar maar de club werd wel kampioen. Het leidde tot de schampere uitspraak dat Bebeto een club aan titels hielp als hij niet speelde. Na nog twee korte passages bij Vitoria en Vasco, eindigde hij zijn carrière bij Al-Ittihad, enigszins eerloos, want hij werd er ontslagen omdat hij technisch en fysiek niet meer voldeed.
Na zijn carrière werd Bebeto eventjes trainer, nadien commentator en net als spitsbroeder Romario zit hij in de nationale politiek.
Voor het beeldmateriaal heb ik toch maar gekozen voor een bloemlezing van doelpunten voor Flamengo. Het eerste doelpunt draagt zijn handelsmerk: een omhaal-volley vanop halve hoogte, die hij naar de grond schiet, zodat die opstuit richting doel. Een effectieve techniek, die we aan Bebeto zullen toekennen om deze ietwat mistroostige aflevering positief te beëindigen. En de vijfklapper tegen Albacete als uitsmijter.
Het zou niet mogen maar sommige mensen kan ik niet goed verdragen omwille van hun voorkomen. Ik heb dat bij Bebeto. Ik hield niet van die speler, terwijl ik er niks verkeerds over kan zeggen. Bebeto was de spitsbroeder van Romario in 1994, toen Brazilië kampioen werd met ietwat saai maar hyperefficiënt voetbal "vanuit de organisatie". In 1998 werd hij vice-kampioen aan de zijde van Ronaldo, met verlies in de finale tegen Frankrijk. Hij speelde dus altijd wat tweede viool, al acteerde hij toch 13 jaar voor de nationale ploeg, en scoorde hij 39 doelpunten in 75 wedstrijden. Op het WK van 1994 vierde hij een van zijn doelpunten met het intussen bekende denkbeeldig wiegen van een baby. Ik meen dat ik dat toen heel onnozel vond. Tegenwoordig steken voetballers ook hun duim in de mond. Dat vind ik nog onnozeler.
Bebeto is afkomstig uit Salvador de Bahia, een centraal gelegen kuststaat, net boven Rio. Hij speelde eventjes voor het lokale Vitoria, maar brak door bij het grote Flamengo. Dat had net afscheid genomen van idool Zico en de club ging door een moeilijke periode na die hoogconjunctuur. Bebeto raakte vrij snel in de basis maar kon de club niet aan trofeeën helpen, ook niet toen Zico terugkeerde. Pas in 1986 won Flamengo nog eens het staatskampioenschap van Rio en het jaar nadien de Brasileirão, in een sterrenteam met behalve de veteranen Zico en Renato Gaúcho de youngsters Jorginho, Zinho en Leonardo, waarmee hij in 1994 het WK zou winnen.
Groot was de verbazing toen Bebeto in 1989 verhuisde naar een van de rivalen uit de stad, Vasco da Gama. Daar was hij meteen succesvol en won het nationaal kampioenschap, met latere internationals als Bismarck en Mazinho. Daar bleef het bij. In 1992 leek het erop dat Vasco de titel zou halen maar finaal verloor het die uitgerekend aan Flamengo.
In het geschipper tussen beide topclubs in Rio, deed Bebeto regelmatig een Lukakuutje. Na zijn overstap naar Vasco verklaarde hij groot fan te zijn van de club sinds zijn jeugd. Maar toen hij in 2009 terugkeek op zijn carrière, zei hij dat zijn hart altijd bij Flamengo gelegen had. Hoe dan ook, in 1992 verliet hij het land om neer te strijken bij Deportivo La Corunha, toen een topclub in Spanje, met landgenoot Mauro Silva in de rug. Hij scoorde meteen 29 doelpunten in zijn eerste seizoen. In zijn vier seizoenen bij La Coruña streed de club drie keer mee voor de titel maar won ze enkel een beker en een supercup. Zijn grootste individuele prestatie was een 5-0 overwinning tegen Albacete waarin hij alle vijf de doelpunten maakte.
In 1996 keerde hij terug naar Flamengo maar de supporters waren zijn betuigingen aan het embleem van Vasco niet vergeten. Hij begon in 1997 aan een vergeefse zoektocht naar succes en liefde, bij achtereenvolgens Sevilla, moederclub Vitoria en Cruzeiro, om in 1998 bij Botafogo te belanden, nog een stadsrivaal van Flamengo, zij het die met de minste animositeit. Hij maakte 17 doelpunten in 25 wedstrijden en kon zo zijn plekje handhaven bij de nationale ploeg voor het WK van '98. Na een extra half seizoen trok hij naar de Kashima Antlers, waar Zico trainer was. Veel maakte hij er niet klaar maar de club werd wel kampioen. Het leidde tot de schampere uitspraak dat Bebeto een club aan titels hielp als hij niet speelde. Na nog twee korte passages bij Vitoria en Vasco, eindigde hij zijn carrière bij Al-Ittihad, enigszins eerloos, want hij werd er ontslagen omdat hij technisch en fysiek niet meer voldeed.
Na zijn carrière werd Bebeto eventjes trainer, nadien commentator en net als spitsbroeder Romario zit hij in de nationale politiek.
Voor het beeldmateriaal heb ik toch maar gekozen voor een bloemlezing van doelpunten voor Flamengo. Het eerste doelpunt draagt zijn handelsmerk: een omhaal-volley vanop halve hoogte, die hij naar de grond schiet, zodat die opstuit richting doel. Een effectieve techniek, die we aan Bebeto zullen toekennen om deze ietwat mistroostige aflevering positief te beëindigen. En de vijfklapper tegen Albacete als uitsmijter.
Post by cornervlag on Jul 27, 2023 11:39:12 GMT 1