Het schisma van Betlehem

Een bijzonder verhaal dat we zeker moeten vertellen is dat van het "schisma van Betlehem" - een titel die ik zopas zelf heb verzonnen.

Eerder wisten we te melden dat naast de grote drie, nog twee clubs elk éénmaal een titel gewonnen hebben. Boavista Porto in 2001 en Belenenses in 1946.

Belenenses, "die van Belèm"

Belenenses is de club uit Belèm, een historische wijk in het westen van Lissabon die niets anders is dan de Portugese benaming van Betlehem. Het is niet zo raar dat die Bijbelse plek elders opduikt als naamgeving. Tenslotte hebben wij een Nazareth in Oost-Vlaanderen. Toeristen vinden er het Jerónimos-klooster, de Torre de Belém, schoolvoorbeelden van de Manuelijnse architectuur en het 20-ste eeuwse, nogal communistisch aandoende, Monument van de Ontdekkingen, alle gelegen aan de boulevard langs de Taag. Het meest bekend zijn misschien wel de "Pasteis de Belèm", melkpasteitjes die eruit zien als crême brulée in een rond koekje van bladerdeeg.

Maar dit is geen site over gastronomie of geschiedenis, dus zullen we het hebben over de club, die in haar eerste 30 jaar onafgebroken top 6 speelde, en dus één keer kampioen werd. Vanaf 1964 zette zich de neergang in en sinds de jaren 80 is het een liftploeg tussen eerste en tweede. De club werkt haar wedstrijden af in het Esdadio do Restelo, naar de net hoger gelegen stadswijk. De kleuren zijn blauw en wit.

De profclub scheurt zich af ... en zijn broek

Net als de meeste traditionele clubs in Portugal en Spanje is ook Belenenses een multisportclub waarvan de professionele voetbalafdeling, de SAD, het uithangbord is. Na het seizoen 2017-2018 trad er een breuk op tussen de club en de SAD. Die betaalde huurgeld voor het gebruik van het stadion en weigerde het aflopende contract te verlengen. Na wat getouwtrek kreeg de SAD verbod om uiteraard niet alleen het stadion nog te gebruiken, maar ook het logo en de naam Belenenses. Ze ging voortaan door het leven als B-SAD.

Dat was blijkbaar zonder de supporters gerekend, die massaal trouw bleven aan de moederclub. Belenenses herbegon onderaan de ladder van het amateurvoetbal en bracht een schare fans op de been die de tanende opkomst van de voorbije jaren zelfs overtrof. Voor de derby tegen het ook al heropgerichte Estrela de Amadora zat er maar liefst 8000 man van beider kleuren in de tribunes, waarvan 5000 uit Belèm. Intussen moest de profclub, die zijn wedstrijden afwerkte in het veel te grote nationaal stadion, het stellen met een duizendtal supporters die hen waren gevolgd.

Intussen heeft de oude club de nieuwe alweer bijna ingehaald. Belenenses, de moederclub, is gestegen naar derde klasse, terwijl B-SAD naar tweede is gezakt. De afgescheurde club huurt nu het stadion van districtsclub AC Malveira uit Mafra, een andere toeristische plek ten noorden van Lissabon, ook al bekend vanwege haar indrukwekkende klooster. Geruchten dat de twee op fusioneren staan, worden ontkend, maar het lijkt er toch op dat de scheuring ten langen leste een rimpel zal geweest zijn in de lange traditie van CF Os Belenenses.